Met opvallende zelfgenoegzaamheid maanden De Verenigde Staten vanaf 1997 de Europese regeringen aan om snel werk te maken van het opsporen van door nazi-Duitsland ontvreemde joodse goederen of zgn. Holocaust Assets. Ook de naoorlogse Amerikaanse regeringen ondernamen reeds lovenswaardige pogingen tot restitutie. Toch moet de ethische grondslag die deze operatie toegeschreven wordt enigszins gerelativeerd worden. In andere domeinen, zoals de ruimtevaart of de kernwetenschappen (waar nazi-misdadigers in het kader van de Koude Oorlog zonder verwijl in dienst genomen werden), keken zij niet zo nauw op ethische beschouwingen. Zo stond ook het rechtsherstel voor de slachtoffers van de nazi-roof in zekere mate in functie van de Amerikaanse belangen in Europa. Hierdoor werden de rechten van de slachtoffers, of het nu om joden, niet-joden of nationale staten ging, lang niet altijd met evenveel ijver behartigd.