At the Royal Meteorological Institute of Belgium ozone soundings have been performed since 1969. During these 30 years of observation the procedures of handling the sensors have been subject to changes. Some changes has influence on the measured ozone concentrations. Efforts have been made to reduce the errors and to construct a homogeneous time series. This report describes the post-flight procedures applied to calculate the final data set. Finally, the ozone climatology of Uccle is presented as an application of this data set. A linear trend analysis on the data set reveals an ozone decline in the stratosphere (up to -1% per year), while ozone increases (up to +1.5 % per year) are found near the ground.Het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België voert sinds 1969 ozonpeilingen uit. Tijdens de 30 jaar van waarnemingen zijn de behandelingsprocedures enkele malen gewijzigd. Sommige wijzigingen hebben invloed op de gemeten ozonconcentraties. Er werden dan ook inspanningen geleverd om de fouten te beperken en een homogene tijdreeks op te bouwen. Dit rapport bevat een beschrijving van de “post-flight” procedures die toegepast worden bij de berekening van de uiteindelijke data set. Op het einde wordt, bij wijze van toepassing, de ozonklimatologie van Ukkel voorgesteld. Uit een lineaire trend analyse van deze data set blijkt dat ozon in de stratosfeer afgenomen is (tot -1% per jaar), terwijl een ozontoename (tot +1.5% per jaar) gevonden wordt bij de grond.Depuis 1969, l’Institut Royal Météorologique de Belgique effectue par sondage des mesures de la distribution verticale de l’ozone. Durant ces 30 ans, plusieurs changements ont été introduits dans les procédures d’observation. Certains de ces changements ont eu des répercussions sur les mesures des concentrations d’ozone. Des efforts sont été entrepris afin de réduire ces erreurs et de construire une base de données homogène dans le temps. Dans ce document, nous décrivons les procédures « post-flight » appliquées pour le calcul final des données d’ozone. Pour conclure , les valeurs climatologiques de l’ozone à Uccle sont calculées comme exemple de l’utilisation de ces données. Une analyse des tendances linéaires montre que la quantité d’ozone décroît dans la stratosphère (jusqu’à -1% par an), tandis qu’une hausse (jusqu’à +1 .5% par an) est observée près du sol.