Een praktische methode voor het berekenen van de brekingsindex ‘n’ voor radiogolven, uitgaande van de meteorologische gegevens, wordt beschreven. Deze index wordt gegeven door de betrekking (1). Gewoonlijk gebruikt men echter de co-index N gedefinieerd door de formule (2). Na invoeren van de relatieve vochtigheid ten opzichte van vloeibaar water bekomt men de betrekking (4) waarin A1 en B1 functies zijn van de temperatuur. A1 werd getabuleerd van 60°C tot -100°C en B1 van 60°C tot -50°C. Indien de relatieve vochtigheid ten opzichte van ijs gegeven is, dan wordt de co-index bepaald door de betrekking (5) waarin A1 en B2 functies zijn van de temperatuur. B2 werd getabuleerd van 0°C tot -50°C. En partant de données météorologiques, l’auteur décrit une méthode pour le calcul de l’indice de réfraction ‘n’ des ondes radio. Cet indice est donné par la formule (1). On utilise le plus souvent le co-indice ‘N’ défini par (2). Après introduction de l’humidité relative par rapport à l’eau liquide, on trouve la formule (4) dans laquelle A1 et B1 sont des fonctions de la température. A1 a été tabulé de 60°C à -100°C et B1 de 60°C à -50°C. Si l’humidité relative est donnée par rapport à la glace, le co-indice se calcule par la formule (5), dans laquelle A1 et B2 sont des fonctions de la température. B2 a été tabulé de 0°C à -50°C. A method is described for the computation of the refractive index ‘n’ for radio waves using meteorological data. This index is given by formula (1). Normally the refractivity ‘N’ (formula 2) is used. Introduction of the relative humidity with respect to water leads to formula (4) in which A1 and B1 are functions of temperature. A1 is tabulated from 60°C to -100°C and B1 from 60 °C to -50°C. When the relative humidity is defined with respect to ice the refractivity is given by formula (5), in which A1 and B2 are functions of the temperature. B2 is tabulated from 0°C to -50°C.