Impulstheorie, in de klassieke zin van Betz, wordt toegepast op windenergie-concentratiesystemen, teneinde hun theoretische presentatielimieten te bepalen. Er wordt aangetoond dat de vermogenscoëfficiënt gebaseerd op frontale oppervlakte kan geschreven worden in een vorm, die analoog is aan de vorm geldig voor een vrije turbine. Het verschil ligt in de verschillende functionele verbanden tussen de windsnelheid ter plaatse van de rotor en de windsnelheid ver na het systeem. Dit functioneel verband wordt de systeemfunctie genoemd. Omwille van de verschillende systeemfuncties, zijn de maxima van de vermogenscoëfficiënten verschillend. Er wordt aangetoond dat de systeemfunctie gunstig is voor ommantelde turbines en dat ze ongunstig is voor tipvleugelsystemen en tornadosystemen.Momentum theory, in the classical sense of Betz, is applied to wind energy concentrator systems in order to determine their theoretical power limits. It is shown that the power coefficient based on frontal area for any concentrator system can be written in a form which is very similar to the form of a free turbine. The difference lies in the different functional relationships between the wind velocity at he rotor disk and the wind velocity behind the systems. This functional relationship is called the system function. Due to the different system functions, the maxima of the power coefficients are different. It is shown that the system function is favorable for the diffuser augmented concentrator system and that it is unfavorable for the tipvane system and the tornado system.La théorie de Betz est appliquée aux systèmes éoliens à concentration, afin de déterminer leurs performances maximales. On démontre que le coefficient de puissance, basé sur la surface frontale, peut être écrit dans une forme qui est similaire à celle de la turbine libre. La différence se trouve dans les rapports entre la vitesse du vent dans le plan de rotation de l’hélice et la vitesse du vent du système. Ce rapport est appelé la fonction du système. Dû aux différentes fonctions du système, les maxima des coefficients de puissance sont différents. On démontre que la fonction du système est favorable pour les turbines équipées d’un divergent et qu’elle est défavorable pour les turbines à ailerons d’extrémité et les systèmes à générateur de vortex du type tornado.